Actueel

Mei 2023

Jaarverslag 2022

De patiëntenvertrouwenspersonen (pvp’en) hebben in 2022 bijna 25.000 keer ggz-cliënten bijgestaan bij het uitoefenen van hun rechten, het begrijpen en begeleiden bij soms complexe procedures binnen de Wvggz en het helpen oplossen van vragen en klachten.
De pvp’en hebben er daarmee voor gezorgd dat de rechtspositie van mensen die met verplichte zorg te maken (konden) krijgen, werd waargemaakt.

In het jaarverslag hebben we de belangrijkste inspanningen en resultaten voor u samengevat. Ook leest u meer over de aard van de diverse vragen en klachten.

In het verslagjaar is ook de eerste evaluatie van de Wvggz afgerond. Daaruit bleek dat er veel belangrijke verbeterpunten zijn. Gericht op het cliëntperspectief vraagt Stichting PVP ook in dit jaarverslag onder meer extra aandacht voor het belang van het tijdig delen van persoonsgegevens met Stichting PVP, de wettelijke eigen-regie instrumenten waaronder het eigen plan van aanpak en de zorgkaart, en ook de mogelijkheid voor schadevergoeding volgens een forfaitair stelsel.

U kunt op deze pagina het jaarverslag per onderdeel lezen of hier een exemplaar van het jaarverslag downloaden

Maart 2023

Bezoekmogelijkheden en gebruik eigen kamer bij dwangopneming in de psychiatrie: Inventarisatie 2022

De Stichting PVP inventariseerde eind 2022 de regels rondom bezoekmogelijkheden en het gebruik van de eigen kamer op gesloten ggz-afdelingen voor kortdurend verblijf voor volwassenen. Hiervoor hebben patiëntenvertrouwenspersonen van 41 gesloten ggz-afdelingen (29 hic-afdelingen en 12 algemene gesloten afdelingen) teammanagers of verpleegkundigen bevraagd naar de geldende regels voor bezoek en de geldende regels voor het gebruik van de eigen kamer. Het gehele rapport kunt u hier lezen.

Van de uitkomst van de inventarisatie is een factsheet samengesteld. 

 

Guus van Weelden versterkt raad van toezicht

Guus van Weelden is op 1 maart 2023 toegetreden tot de raad van toezicht van Stichting PVP. De patiëntenvertrouwenspersonen in dienst van Stichting PVP zorgen voor ondersteuning van cliënten in de ggz bij het realiseren en handhaven van hun rechten.

In het dagelijks leven is Van Weelden bestuurder van het UWV en heeft een ruime ervaring als toezichthouder, onder andere als voorzitter van de raad van toezicht van de Stichting Perspektief, van de Stichting Arosa en als bestuursvoorzitter van GGz Breburg.

Met de benoeming van Guus van Weelden is de raad van toezicht compleet. Naast Van Weelden zijn voorzitter Cynthia Vogeler, Arco Siemons, Erik van Duijn lid van de raad.

Over het toetreden van Van Weelden zegt voorzitter Vogeler: “De stichting PVP is verheugd dat Guus van Weelden de raad van toezicht komt versterken en ziet uit naar de samenwerking als collega's. Gezien zijn staat van dienst, persoonlijke interesse in de missie van Stichting PVP en zijn ervaring als zorgbestuurder, verwachten wij dat hij een bijzonder waardevolle aanvulling zal zijn in de raad.”

Van Weelden volgt emeritus-hoogleraar gezondheidsrecht Jos Dute op, die na vier jaar afscheid neemt als toezichthouder bij Stichting PVP.

Januari 2023

Beperking in (weekend) verlof 

Begin januari 2023 verschenen in de media berichten over patiënten die niet met (weekend)verlof mogen, omdat dat hun zorgaanbieder geld kost. Als reden wordt aangegeven, dat de zorgaanbieder geen verblijfsdag mag declareren als de patiënt afwezig is. Dit kost de instelling geld. 

Ook patiëntenvertrouwenspersonen krijgen regelmatig van cliënten daar vragen of klachten over. Cliënten geven bij de pvp bijvoorbeeld aan dat ze niet of beperkt met weekendverlof mogen. Al in 2013 vroeg Stichting PVP aandacht voor deze materie in een artikel in JGGZR (Van den Bos & Widdershoven; Verlofbeperking op financiële gronden en het recht, JGGZR, okt 2013, nr. 6-7).

Klopt het dat ggz-instellingen niet meer betaald krijgen als patiënten met verlof zijn? Het lijkt een eenvoudige vraag, maar het blijkt nog altijd een ingewikkelde materie. Verschillende financieringsstromen (o.a. de zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg) zijn aan de orde en diverse actoren (zoals zorgkantoren, zorgverzekeraars, Nederlandse Zorgautoriteit en de instellingen zelf) spelen een rol.

Wat zegt de wet?

Los van de vraag of aan- en afwezigheid van de patiënt financiële consequenties voor de zorginstelling heeft, moet er voldaan worden aan eisen die de wet- en regelgeving stelt aan het verlenen van verlof.

Bij patiënten die zijn opgenomen met een Wvggz-maatregel is een verlofbeperking op financiële gronden niet aan de orde. Een verzoek van de gedwongen opgenomen patiënt om de instelling te verlaten zal naar normering van de Wvggz moeten worden behandeld.  

Bij vrijwillig opgenomen patiënten is de normering van de Wgbo van belang. GGZ Nederland (thans dNGGZ) stelde zich al in 2013 op het (terechte) standpunt dat er zwaarwegende behandelinhoudelijke redenen moeten zijn om een verzoek van een vrijwillig opgenomen cliënt om de instelling te verlaten voor verlof niet te honoreren. De brancheorganisatie verwees destijds hierbij mede naar het belang van het onderhouden van het contact van de patiënt met zijn sociale netwerk en/of de stapsgewijze terugkeer van de patiënt naar de thuissituatie. Een standpunt dat tot op heden niet is ingetrokken. 

Ook artikel 24 van de Algemene leveringsvoorwaarden is er duidelijk over: “Uitsluitend in het geval van behandelinhoudelijke overwegingen, die zijn vastgelegd in het behandelingsplan, mag een cliënt het verlaten van de instelling geweigerd worden.

 

Wat zeggen de financiële regels?  

Algemene ggz (Zorgverzekeringswet/Zorgprestatiemodel)

Op grond van het zorgprestatiemodel kunnen verblijfsdagen worden gedeclareerd (zie Beleidsregel Prestaties en tarieven geestelijke gezondheidszorg en forensische zorg - BR/REG-23139, zie art. 1.1 voor de definitie van een verblijfsdag).

Een verblijfsdag is de dag inclusief de daaropvolgende nacht dat een patiënt gedurende een periode van klinische opname in een instelling verblijft. De eerste verblijfsdag is de dag dat de patiënt voor 20:00u is opgenomen. Een dag waarop de patiënt de daaropvolgende nacht niet in een instelling verblijft is geen verblijfsdag. 

Als een patiënt niet overnacht, maar wel zorg in de instelling krijgt, kan de zorgaanbieder verpleging, verzorging, vaktherapie en geneeskundige begeleiding via consulten declareren (als dit binnen het verzekerde pakket valt) .

Is een cliënt met (weekend)verlof, dan kan er doorgaans geen verblijfsdag of overige therapie gedeclareerd worden en krijgt de instelling geen vergoeding. Bij de opbouw van de zorgprestatiemodel-tarieven is mogelijk rekening gehouden met leegstand en afwezigheid.

De financiering van een verblijfsdag voor forensische patiënten is ruimer. Daar mag de zorgaanbieder wel een verblijfsdag declareren als een patiënt in bepaalde situaties (bijvoorbeeld bij onbegeleid, transmuraal of begeleid verlof) afwezig is.  

Langdurige zorg 

Bij de langdurige zorg kan er ook in bepaalde situaties door de zorgaanbieder gedeclareerd worden bij afwezigheid van de patiënt. Dit blijkt uit de Beleidsregel Prestatiebeschrijvingen.  

Zo kunnen bij langdurige zorg vakantiedagen gedeclareerd worden (maximaal 42 dagen per jaar) en ook bevat de regeling een grondslag voor financiering wanneer de patiënt wekelijks (maximaal) twee aaneengesloten dagen weg is.  

 

 

December 2022

Informatie over het dossier

In december 2022 hebben wij een infosheet gemaakt waarin u kunt lezen over uw rechten rondom het dossier. 

 

Bel

Mail